Historie Olympia  
 
 
                                 De beginjaren ( 1930 - 1939 )
 
                                 Besloten is om de bij de K.N.V.B. genoteerde oprichtingsdatum van Olympia,
                                 30 augustus 1932, als officiële oprichtingsdatum te hanteren.
                                 Uit mondelinge overlevering en enige documenten is duidelijk dat er voordien
                                 ook nog gevoetbald is in Horssen. Als vroegste oprichtingsdatum staat in een
                                 opgave aan de K.N.V.B. van het aantal leden 1 juni 1930 vermeld.
                                 Uit een ander document blijkt, dat tijdens een op 1 december 1930 gehouden
                                 algemene ledenvergadering de eerste statuten (dit heette toen reglement) van
                                 de voetbalvereniging Olympia werden vastgesteld. Deze naam is waarschijnlijk
                                 het idee geweest van Meester J. Verberk.
                                 De oprichting vond plaats in café "De Wolfskuil" waarvan destijds Cornelis van
                                 Summeren eigenaar was. De initiatiefnemers tot deze oprichting waren de
                                 onderwijzers H. de Valk en J. Verberk, de aannemer Jo Mulders en de
                                 varkenshandelaar Wouter van Summeren. Aanwezig waren toen ook de eerste
                                 leden van Olympia o.a. Wim, Sjaak en Henk Zweers, Wim en Hent Coppes,
                                 Has de Kooijman, Toon en Sjef Diebels en Grad Sommerdijk.
                                 Om tot de opstelling van het eerste team te komen werd in 1930 een
                                 oefenwedstrijd gespeeld tegen het tweede elftal van Hernen. Daarna werden er
                                 met dit team her en der wedstrijden gespeeld om enige ervaring op te doen. In
                                 de voorhoede speelden vier gebroeders Zweers en mede door hun toedoen
                                 werd de eerste wedstrijd tegen Batenburg met 5-0 gewonnen.
                                 Vanaf de oprichting tot de latere overgang naar de K.N.V.B. speelde men in de
                                 I.V.C.B. en was men lid van de Roomse Katholieke Federatie (R.K.F.), welke in
                                 1948 opging in de Nederlandse Katholieke Sportbond (N.K.F.). De kerk speelde
                                 toen een gewichtige rol in het functioneren van de voetbalclub, de pastoor of
                                 de kapelaan zat als geestelijk adviseur in het bestuur van de club. Het had
                                 destijds heel wat voeten in de aarde om pastoor en bisdom ertoe over te halen
                                 toe te staan dat protestantse jongens die ook een partijdje konden/wilden
                                 voetballen, lid werden van de voetbalvereniging.
                                 Omdat in de kerk om half drie op zondagmiddag een zangdienst (het lof) werd
                                 gehouden, moesten de wedstrijden om twaalf uur aanvangen en dienden zij
                                 vóór half drie afgelopen te zijn.
                                 In een shirt met blauwe en witte verticale strepen, zwarte broek en
                                 blauw/witte kousen werd voor het eerst in seizoen 1931/1932 deelgenomen
                                 aan de competitie. Men speelde toen o.a. tegen Batenburg, Bergharen,
                                 Appeltern, Boven-Leeuwen, Maasbommel-2, Deest-2, Dreumel-3 en Hernen-2.
                                 Na een beslissingswedstrijd tegen het derde van Dreumel werd men in het
                                 eerste jaar kampioen.
                                 Dit was reden genoeg om het eerste voetbalveld officieel in gebruik te gaan
                                 nemen. Het veld lag aan de Molenweg en was in het bezit van Cornelis van
                                 Summeren, die inmiddels zijn sportcafé verhuisd had van "De Wolfskuil" naar
                                 de overzijde van de straat. Een kleedgelegenheid was destijds nog geen
                                 voorschrift en werd aan de tegenpartij verschaft op de zolder of de deel van
                                 het sportcafé.
                                 De financiële situatie waarin de vereniging in de jaren voor de tweede
                                 wereldoorlog verkeerde, was steeds zeer zorgelijk. Zelfs werden in die tijd
                                 persoonlijke leningen aan de club verstrekt. Een slim bestuurslid uit die tijd zal
                                 wel op het idee gekomen zijn om de schorsingen wegens bijv. niet opkomen
                                 van spelers, om te zetten in geldboetes, dit ter leniging van het voordurende
                                 kastekort.
                                 De aanleg en het onderhoud van de velden gebeurden door spelers en het
                                 bestuur, de greppels van het weiland werden met zand gevuld. het gras werd
                                 gemaaid en afgehark.Vlak voor de wedstrijd moesten meestal de koeien nog 
                                 van het veld worden gejaagd, hun achterblijfselen werden opgeruimd, zand
                                 erover en de wedstrijd kon beginnen. Een net aan het doel dat zat er toen niet
                                 aan, ook financieel niet, Totdat in de zestiger jaren de regel kwam "wat de
                                 scheidsrechter beslist is definitief", was dit naast het al of niet buitenspel
                                 de oorzaak dat er vele protesten tegen wedstrijduitslagen bij de voetbalbond
                                 werden ingediend.
                                 Omdat op de officiële voetbalvelden slechts gedurende bepaalde tijden
                                 gevoetbald mocht worden, werden er andere speelgelegenheden gezocht om te
                                 kunnen voetballen. Deze vond men o.a. op het weiland van Hendrik van de
                                 Bosch, gelegen aan het vroegere Hoogpad, ook naast de boterfabriek was er
                                 ruimte om een balletje te trappen, in de Molenhoek verschafte de schietbaan
                                 gelegenheid om onderling wedstrijdjes te spelen.
                                 Een trainer had de club niet, dus werd er op de woensdagavond en de
                                 zaterdagmiddag geoefend op een manier waarbij ieder zijn ideeën kon
                                 inbrengen, vooral Sjaak Hoes had als onderwijzer een groot aandeel in het uit
                                 te voeren trainingsprogramma.
                                 Ook voetbalde er in die tijd schoolelftallen van de verschillende dorpen tegen
                                 elkaar, dit gebeurde o.a. regelmatig tegen Batenburg en Druten met als inzet
                                 een krentemik. Vooral tegen Druten was het na een gewonnen wedstrijd nog
                                 een hele kunst om deze te bemachtigen.
                                 Tegen het einde van de dertiger jaren liep door verschillende oorzaken het
                                 ledenaantal zo terug dat men geen elftal meer kon samenstellen. Hiermede
                                 was dan rond 1939 een einde gekomen aan het voor-oorlogse Olympia.
 
                                 De heroprichting en de jaren vanaf 1944
                               
                                 In café "De Oude Tol" waar Helm van de Hurk woonde, werd onder de naam
                                 R.K.V.V. Horssen op 9 mei 1944 de vereniging opnieuw opgericht.
                                 Het hoofd van de school meester Lammers, in de plaats gekomen van de
                                 oud voorzitter meester De Valk was de voornaamste initiatiefnemer van deze
                                 heroprichting.
                                 In de Molenhoek, nabij Gradje van Beuningen, werd op het weiland van Harry
                                 Toonen het nieuwe voetbalveld geheel door zelfwerkzaamheid aangelegd.
                                 Gedurende de bevrijdingsjaren werden daar een aantal wedstrijden gespeeld
                                 tegen selectieteams van in de omgeving gelegerde Engelse militairen.
                                 Deze wedstrijden trokken veel publieke belangstelling. Vooral in de tweede
                                 helft van de wedstrijden was het Horssense team niet opgewassen tegen de
                                 kwaliteit en de conditie van deze militairen.
                                 Na enige jaren in zwarte broek en normaal wit overhemd de tegenstanders
                                 tegemoet te zijn getreden, werd als clubtenue het rode shirt met witte kraag en
                                 de zwarte broek ingevoerd.
                                 De fiets was in die tijd het belangrijkste vervoermiddel om zich naar de
                                 naburige dorpen te verplaatsen om aldaar voetbal te spelen of ernaar te kijken.
                                 In zeldzame keren werd er van een vrachtwagen als vervoermiddel gebruik
                                 gemaakt. In Horssen hadden destijds Albert Herckenrath, Piet van Sunten en
                                 van Ewijk een transportbedrijf. Er mochten echter met een vrachtwagen geen
                                 personen vervoerd worden, voor die gelegenheid werd de vrachtwagen wel
                                 eens zodanig veranderd , dat zij de indruk moest geven, dat er sprake was van
                                 militair vervoer.
                                 De opstelling werd op zaterdagavond of zondagochtend aan de lindeboom
                                 tegenover de kerk opgehangen, zodoende had men na het kerkbezoek
                                 voldoende stof tot praten over de samenstelling van het team en de kansen
                                 tegen de tegenstander van die zondagmiddag.
                                 Na meerdere omzwervingen door Horssen en een jaartje gehuurd zitten bij
                                 Victoria krijgt R.K.V.V. in 1954 haar laatste "weiland-terrein". In 1960 kan het
                                 eerste echte voetbalveld aan de Bredestraat in gebruik gemomen worden.
                                 In 1959 krijgt Horssen het bij de K.N.V.B. voor elkaar om weer onder de naam
                                 Olympia-H ( met H omdat er al een vereniging in Nederland is met dezelfde
                                 naam) te mogen voetballen.
                                 Vanaf dit jaar word ook weer gespeeld in de kleuren zwart en wit . In 1976 word
                                 het huidige sportpark " De Polenkamp" geopend.
 
                                 Hieronder vind u de diverse locaties waar Olympia sinds haar bestaan de
                                 thuiswedstrijden heefd gespeeld.
                   
                                                       1.    1930 - 1933  Molenweg
                                                       2.    1934 - 1935  Hertenkamp
                                                       3.    1936 - 1939  Molenweg
                                                       4.    1944 - 1947  Molenhoek
                                                       5.    1948 - 1954  Hertenkamp
                                                       6.    Seizoen 1954/55 Victoria Afferden  
                                                       7.    1955 - 1959  De Wellen  
                                                       8.    Vanaf 1960  Bredestraat (hoofdterrein)
                                                       9.    Vanaf 1976  De Polenkamp (tweede veld)